|
- In het eerste fragment (vs. 1-242) wordt Somilet, Ferguuts vader, een dorpere genoemd. Leg uit wat dat woord
betekent en toon aan met voorbeelden uit de tekst dat Somilet inderdaad een dorper is.
- Ferguut heeft in het fragment qua uiterlijk weinig weg van een ridder. Toon dat aan met verwijzing naar de relevante
passages. Ook komt hij in dit fragment over als een naïeve boerenkinkel. Waaruit blijkt dat?
- Het lijkt er vooralsnog niet op dat Ferguut een hoofs ridder wordt. Toch geeft de schrijver in het eerste fragment
subtiele aanwijzingen dat de jonge knaap wel in zijn missie zal slagen. Welke aanwijzingen zijn dat? (Let met name op
wat de verteller zegt over het uiterlijk van Ferguut en de afkomst van zijn moeder)
- De schrijver maakt veelvuldig gebruik van ironie in het fragment, met name bij de beschrijving de wapenuitrusting
die Ferguut in ontvangst neemt. Noteer uit welke onderdelen die bestaat en wat er ironisch is in deze passage.
- Ferguut verslaat uiteindelijk de zwarte ridder. Eerder is over die ridder gezegd dat hij onoverwinnelijk is. Wat zegt
dat over Ferguuts ontwikkeling?
- Ferguut doodt de zwarte ridder niet. Waarom niet? Wat zegt dat over de status van Ferguut?
- In plaats daarvan stuurt Ferguut de zwarte ridder naar het hof van koning Artur met de boodschap iedereen aan
het hof de groeten te doen, behalve Keie. Wat is hiervan de functie?
|
|