De mogelijkheden van de nieuwe media voor het literatuuronderwijs
Print deze pagina

Bron: Forum Lerarenopleiding Universiteit Gent
Auteurs: Nele Beerens, Kira Museeuw en Ellen Van Nieuwenhuyse
Datum: 21 januari 2003

Aangezien wij, de auteurs van deze paper, momenteel alle drie leerkracht Nederlands zijn in de derde graad van het secundair onderwijs, opteerden wij ervoor drie sites te selecteren die onmiddellijk interessant kunnen zijn voor onze eigen lespraktijk. Wij kozen daarom websites waarmee we meteen in de klas aan de slag kunnen, m.a.w. waarbij de leerlingen de mogelijkheid hebben om te werken aan online opdrachten en daarop (bijna) onmiddellijke feedback krijgen.

"We hebben ons alle drie gedurende het eerste trimester van dit schooljaar door deze voor de leerlingen veeleer saaie materie geworsteld en achteraf veel spijt gehad dat we deze sites niet vroeger hadden ontdekt."
De eerste twee sites die we bespreken [ Koningartur.nl en Literatuurgeschiedenis.nl ], liggen een beetje in dezelfde lijn, in die zin dat ze beide handelen over middeleeuwse literatuur in de Nederlanden. We hebben ons alle drie gedurende het eerste trimester van dit schooljaar door deze voor de leerlingen veeleer saaie materie geworsteld en achteraf veel spijt gehad dat we deze sites niet vroeger hadden ontdekt. Op beide sites leren de leerlingen immers op een speelse en interactieve manier kennismaken met de middeleeuwse literatuur, waardoor ze inzien dat dit niet noodzakelijk vervelende leerstof hoeft te zijn, maar ook een boeiende ontdekkingstocht kan worden.

Koning Artur en Middeleeuwse Literatuur
Deze website is bedoeld voor leerlingen uit de 3e graad van het secundair onderwijs. De website wil naar eigen zeggen een bijdrage leveren tot het nieuwe literatuuronderwijs, waarin tekstervaringsgericht lezen en het daarbij horende leesdossier een belangrijke rol zijn gaan spelen.
De site telt zes hoofdstukken. De eerste drie daarvan zijn gewijd aan een beeld van de middeleeuwse literaire situatie; in de hoofdstukken 4, 5 en 6 staan Artur zelf en zijn Ronde Tafelridders centraal. Bij elk van deze hoofdstukken horen tevens bijhorende opdrachten, waarmee de leerling zelf kan toetsen of hij de inhoud ervan telkens heeft begrepen.
Naast de zes hoofdstukken bevat de site ook een vijftal tekstfragmenten die voorzien zijn van een woordverklaring of vertaald zijn in het hedendaagse Nederlands. Bij die fragmenten horen eveneens een heleboel opdrachten: zowel tekstbestuderende, tekstervarende, creatieve als evaluerende opdrachten.
Voor de opdrachten bij de hoofdstukken en de tekstfragmenten staan de antwoorden op de site, zodat de leerlingen de gemaakte vragen zelf kunnen nakijken.
Ten slotte is er ook nog het onderdeel �leesdossier�, waarin vijf (iets omvangrijkere) opdrachten zijn opgenomen en waaruit de leerling dan een keuze dient te maken. In het leesdossier moet de leerling verslag uitbrengen van zijn persoonlijke leeservaring en dit met degelijke argumenten onderbouwen. Tekstervaringsgericht lezen staat daarbij dus centraal, maar de site wil ook voldoende ruimte laten voor de (traditionelere) tekstbestuderende benadering, waarbij leerlingen een tekst literair en cultuurhistorisch moeten kunnen situeren.
Verder biedt de site ook nog wat ze zelf noemen �edutainment�. Zo is er een quiz en een woordpuzzel om de kennis van de inhoud van de hoofdstukken te testen, zijn er fragmenten van recente Arturfilms te bekijken en kan de leerling diverse computerspelletjes spelen.

"De site is heel transparant en gebruiksvriendelijk opgesteld. Bovendien is hij eenvoudig genoeg geschreven, zodat de leerling de verschillende hoofdstukken gerust zelfstandig thuis kan lezen en de bijhorende opdrachten maken."
We kunnen deze website op verschillende manieren gaan gebruiken. Men geeft op de pagina met docenteninfo hierbij trouwens heel wat opties. De site is heel transparant en gebruiksvriendelijk opgesteld. Bovendien is hij eenvoudig genoeg geschreven, zodat de leerling de verschillende hoofdstukken gerust zelfstandig thuis kan lezen en de bijhorende opdrachten maken. Als er dan al eens een moeilijk woord wordt gebruikt, hoef je er maar met de muis te gaan opstaan en je krijgt onmiddellijk de uitleg erbij.
Als didactische werkvorm zou je als leerkracht ook voor groepswerk kunnen kiezen, wat ons het meest interessant lijkt. Je zou dan elke groep ��n of twee hoofdstukken of tekstfragmenten kunnen laten bestuderen, waarover ze dan een presentatie voor de klas komen doen. Daar kan dan eventueel ook nog een discussie op volgen.
Voor de leerkracht die toch nog graag doceert, kan de site een goed uitgangspunt zijn om een inleiding over de middeleeuwse literatuur te geven.

Wij bleken niet de enigen te zijn die vol lof waren over deze webstek: hij kreeg de eerste prijs �n de prijs voor het beste design van Thinkquest:
Mooie, inhoudelijk sterke site. Koning Artur is een aansprekend onderwerp. De materie wordt van verschillende kanten belicht en is voor de doelgroep goed uitgewerkt. Bovendien grafisch zeer goed opgezet, de site is erg transparant en daardoor makkelijk te navigeren.

Voor- en nadelen van de nieuwe media voor het literatuuronderwijs
In dit laatste onderdeel van deze paper willen we graag de pro�s en contra�s van het internet voor het Nederlandse literatuuronderwijs tegen elkaar afwegen. We wensen dit ten eerste te doen aan de hand van enkele algemene bedenkingen, maar ten tweede ook met het (kritische) oog op de door ons bezochte en geanalyseerde sites.
Ten eerste biedt het internet het enorme voordeel dat je steeds visueel materiaal bij de hand hebt, waardoor wordt het makkelijker wordt om de leerlingen te boeien. Voordien kon je als leerkracht ook wel dikke boeken en een heleboel prenten meenemen naar school, maar dat is niet alleen een hele rompslomp, je hebt daarbij ook vaak de indruk dat het de leerlingen hoegenaamd niet interesseert: een afbeelding wordt vluchtig doorgegeven, zonder dat ze er echt eens naar gekeken hebben. Niet alleen het visuele materiaal is veel sneller voorhanden, de hele wereld ligt in feite "aan je vinger": door een simpele klik kunnen tijdrovende bezigheden zoals passende illustraties zoeken, woorden of informatie opzoeken veel vlotter verlopen.
Ten tweede worden de lessen door het internetgebruik een heel stuk interactiever. Het modewoordje van de leraar als "coach" is hier echt wel van toepassing. De leerlingen krijgen in feite de hele les kant en klaar voor zich op het scherm en dan kunnen ze aan de slag, elk op zijn/haar eigen tempo (differentiatie!). De leerkracht kan zo afstappen van zijn doceermethode en wordt veeleer een begeleider in het actieve leerproces van de leerling. Bovendien worden de leerlingen via het Internet geconfronteerd met verschillende invalshoeken, in plaats van enkel de benaderingswijze van hun leerkracht.
Literatuur lezen op het net wordt door de leerlingen vaak als aangenaam ervaren, in vergelijking met het lezen van een klassiek boek. Ook dit kan als een zeer positief aspect beschouwd worden, omdat er hier meer "genietend" kan gelezen worden. De leerlingen beleven plezier aan het lezen van een tekst. Er wordt dus, zoals hierboven reeds werd opgemerkt, meer aandacht besteed aan de tekstervaring dan aan de tekstbestudering, wat in het klassieke literatuuronderwijs wel eens anders is.
Een derde en laatste voordeel van literatuur op het net is dat het makkelijker wordt om de vier communicatieve vaardigheden op een effici�nte manier te integreren. We verwijzen hier bijvoorbeeld naar de beschreven po�ziesite, waar men gedichten kan lezen, beluisteren, er een mondelinge discussie over houden en zelf een analoog gedicht kan produceren. Het auditieve aspect zorgt er bovendien voor dat po�zie op een speelsere manier wordt aangepakt en dat de gedichten voorgesteld worden zoals ze bedoeld zijn: om voor te dragen.

Al zien wij zeker en vast de voordelen van het Internet in de literatuurles in, toch willen wij ook enkele kritische bedenkingen maken bij het gebruik van de nieuwe media.
Zo maakt het internet het moeilijk om de leerlingen concrete, gestructureerde leerstof aan te bieden. Vooral zwakkere leerlingen zullen de houvast van een lineaire "papieren" cursus missen. Leerlingen zijn de klassieke onderwijsmethodes zodanig gewoon, dat zij, net als hun leerkrachten overigens, slechts stapsgewijs deze overgang zullen kunnen maken. Uit onze eigen ervaring hebben wij immers al ondervonden dat leerlingen vaak exact willen weten welke leerstof ze moeten instuderen: na het geven van een internetles weerklonk reeds menig keer de vraag: "Mevrouw, wat moeten wij daar nu van kennen?". Uiteraard ligt hier het probleem bij de klassieke evaluatiemethodes: om als leerkracht te toetsen of leerlingen de online les goed hebben verwerkt, ga je hen geen reproductief gerichte overhoring geven, maar wel een of andere verdiepende opdracht, zoals bijvoorbeeld op de literatuurgeschiedenissite wordt aangeraden.
Wat de praktische kant van de zaak betreft: heel wat scholen beschikken nog niet over een degelijke toegang tot het Internet; daar kunnen we vanuit onze eigen ervaring over meespreken. In dergelijke gevallen kan de leerkracht dan ook niet verwachten dat de leerlingen thuis online informatie moeten verwerken of opdrachten maken. Niet elke leerling heeft immers een computer, laat staan Internet. Ook de leerkracht wordt, ondanks het feit dat men een onuitputtelijke schat aan extra informatie wint, toch financieel belast door de quasi "verplichte" aanschaf van een internetverbinding thuis. Daarenboven ben je als leerkracht ook enorm afhankelijk van de apparatuur voor het al dan niet welslagen van je les: wanneer een site crasht, moet je zorgen dat je een alternatief klaar hebt, wat dan weer dubbel werk vraagt.
Verder vereist het geven van digitale lessen toch enige aanpassing van de leerkracht, die het gewoon is om op de "traditionele" manier les te geven. Je hebt bijvoorbeeld niet altijd vat op wat je leerlingen aan het opzoeken zijn op het net, want je bent in principe steeds met ��n iemand tegelijk bezig. Ook is het voor een leerkracht moeilijk om al die nieuwe technologie�n meester te worden; het staat buiten kijf dat de leerlingen er meestal meer van afweten dan jijzelf. Dat hoeft echter niet noodzakelijk een probleem te zijn: de leerkracht is in het vernieuwde onderwijs immers geen expert meer; dat is overigens onmogelijk in een wereld die zo razendsnel evolueert als de onze.
Vervolgens wensen we ook nog te wijzen op het "oude wijn in nieuwe zakken"-fenomeen: wanneer je als leerkracht komt aandragen met een online les literatuur, zijn de leerlingen de eerste momenten meestal laaiend enthousiast. Zo�n moderne leerkracht, die mee is met zijn/haar tijd en inspeelt op de leefwereld van de jongeren, dat spreekt hen wel aan. Tot op het ogenblik dat ze ontdekken dat er aan de leerstof zelf eigenlijk niet veel is veranderd, dat die alleen in een digitaal kleedje is gestoken, dan haken ze al gauw af en wordt literatuur snel weer als saai en nutteloos bestempeld. Opnieuw aan de leerkracht hier om de leerlingen toch trachten te boeien, door hen erop te wijzen dat ze moeten leren om genietend te lezen. Je moet dan uiteraard zelf ook willen afstappen van de tekstbestuderende benadering die er in je opleiding werd ingepompt.
Heel wat sites die online lessen ter beschikking stellen, beweren hierbij ook interactieve oefeningen te voorzien. Vaak betreft het hier echter gewoon een opgave waarbij ruimte voorzien is om je antwoord neer te typen, dat je vervolgens kan uitprinten. De Artursite is een voorbeeld daarvan. Wij willen hierbij de bedenking maken dat dergelijke oefeningen evengoed zonder computer kunnen worden gemaakt. De Artursite is bovendien evenmin geschikt om huistaken te geven: voor de meeste opdrachten zijn de antwoorden immers voorhanden. Andere sites, zoals "Dichter in het web", voorzien dan weer wel onmiddellijke feedback: je weet meteen of je antwoord juist is, en als het fout is, krijg je extra uitleg en een nieuwe kans. Bij de literatuurgeschiedenissite kan je je opdracht doormailen naar je leerkracht, die hem dan becommentarieert en terugstuurt.

Op het eerste gezicht kunnen we concluderen dat de negatieve aspecten primeren op de positieve, maar we moeten dit relativeren. Het gebruik van internet in de klas staat immers nog in zijn kinderschoenen en voor veel leerkrachten geldt misschien nog de zegswijze "onbekend is onbemind". Toch geloven wij heel erg in de integratie van de nieuwe media, zeker wat de lessen literatuur betreft. Belangrijke voorwaarde voor het slagen daarvan is echter wel dat er in de lerarenopleiding nog meer aandacht wordt aan besteed, vooral wat concrete toepassingen betreft. Bij leerkrachten die reeds jaren in het onderwijs staan zal er ook aan de mentaliteit moeten worden gesleuteld.

Vorige pagina
Copyright © 2002-2010 Team llb243