Nieuwe media in het literatuuronderwijs
Print deze pagina

Bron: Forum lerarenopleiding Universiteit Gent
Auteur: Kristien De Geest
Opdracht didactiek moderne talen

Het heeft een tijdje geduurd maar de nieuwe media zijn zo langzamerhand ook tot in het onderwijs doorgedrongen. Helaas worden ze nog niet altijd even efficiënt gebruikt: het volstaat niet om je leerlingen een tekst in plaats van in gedrukte versie op een computerscherm te laten lezen om van een geslaagd gebruik van 'nieuwe media' te kunnen spreken. Om een dergelijk 'gratis' gebruik te vermijden, heb ik voor ik aan deze taak begon, gezocht naar deelgebieden binnen het literatuuronderwijs waar de nieuwe media (i.c. internet) de grootste meerwaarde kunnen bieden.

Wat het Nederlandse literatuuronderwijs betreft, gaat mijn aandacht vooral uit naar de Middelnederlandse letterkunde. Leerlingen vinden de lessen daarover vaak saai, oubollig, en droog. Leerkrachten zoeken (vaak vergeefs) naar manieren om een beetje meer variatie in hun lessen te krijgen. Het internet kan hier een handig hulpmiddel zijn.

"Ook deze site biedt grote mogelijkheden tot interactief en zelfstandig online leren."
[ Zoals www.literatuurgeschiedenis.nl ] ook zeer goed, maar beperkter van opzet, is de Koning Artursite op www.koningartur.nl. Deze Thinkquest vertelt in zes hoofdstukken over de middeleeuwse literatuur in het algemeen en Koning Artur in het bijzonder. Ook deze site biedt grote mogelijkheden tot interactief en zelfstandig online leren. Per hoofdstuk kunnen de leerlingen enkele vragen oplossen en bovendien kunnen ze via 'interactief' en 'vermaak' doorklikken naar spellen, quiz, woordpuzzel, filmfragment en strip. De pagina oogt aantrekkelijk en is overzichtelijk qua lay-out.

"Koningartur.nl richt zich op iets jongere leerlingen"
Koningartur.nl richt zich op iets jongere leerlingen dan literatuurgeschiedenis.nl en is ook minder gericht op de literaire teksten zelf. Een ander verschil is dat de Artursite vaste vragen heeft terwijl de leerkracht die vragen en opdrachten zelf moet invoeren op literatuurgeschiedenis.nl. Bovendien bevat de Arturpagina een rubriek 'antwoorden' waar de leerlingen de juiste oplossingen voor de opdrachten vindt, of toch minstens een duidelijke verwijzing naar de plaats waar hij die kan vinden. Ook de omvang van de twee sites verschilt aanzienlijk: iteratuurgeschiedenis.nl is omvangrijker en bevat veel meer teksten en informatie. Koningartur.nl is beperkter, maar laat daardoor ook makkelijker toe om elk onderdeeltje eens, al was het maar vluchtig, te bekijken. Voor literatuurgeschiedenis.nl kan je dat onmogelijk van je leerlingen vragen, je moet echt een selectie (laten) maken.

Uit de voorbeelden die ik in deze taak aangehaald heb, blijkt dat het internet wel degelijk een meerwaarde kan betekenen voor het literatuuronderwijs. De aangehaalde Nederlandse websites kunnen de literatuurlessen over Middelnederlandse literatuur minder oubollig of saai maken en ze laten meer actief, zelfgestuurd leren toe.

Desondanks zal geen van de genoemde voorbeelden een breuk betekenen met het 'traditionele' literatuuronderwijs, zonder internet. In de voorbeelden uit beide vakgebieden gaat het nog altijd over literatuuronderwijs dat zeer dicht aanleunt bij wat al jaren gangbaar is. De 'literaire' teksten die aan bod komen zijn stuk voor stuk oorspronkelijk in papieren versie verschenen. Het belangrijkste verschil met het traditionele literatuuronderwijs ligt in het medium waarin de studenten/leerlingen de teksten te zien krijgen: in elektronische vorm in plaats van op papier. Van échte vernieuwing in het literatuuronderwijs, van een echte doorbraak van de nieuwe media in het onderwijs, kan pas sprake zijn als de teksten die het object van het literatuuronderwijs uitmaken, oorspronkelijk voor die nieuwe media bedoeld zijn. Pas als (ook) tekstsoorten die enkel voor het internet geschreven zijn, bestudeerd worden tijdens de literatuurlessen, kan je van een volledige integratie van het internet in het literatuuronderwijs gewagen. Zover zijn we echter nog niet.

"Ze leren lezen volgens de 'netwerkmanier' in plaats van het gebruikelijke van-voor-naar-achter lezen bij het traditionele boek of de gedrukte tekst."
Wat we nu proberen te doen, over 'oude', 'papieren' tekstsoorten onderwijzen met behulp van nieuwe media, is dus in feite maar een tussenstap om te komen tot het onderwijzen van (ook) nieuwe, elektronische tekstsoorten met behulp van (o.a.) nieuwe media. Die tussenstap heeft evenwel zeker ook zijn nut. Een website als www.literatuurgeschiedenis.nl bijvoorbeeld, laat de leerlingen kennismaken met tekstvormen die op het internet gebruikelijk zijn. Er wordt enkel gebruik gemaakt van relatief korte tekstblokjes die rijkelijk geïllustreerd zijn, een typisch kenmerk van internetteksten. (Niemand leest immers graag lange doorlopende teksten op een computerscherm.) Verder raken leerlingen op die manier ook vertrouwd met het typische doorkliksysteem dat bij webteksten onontbeerlijk is. Ze leren lezen volgens de 'netwerkmanier' in plaats van het gebruikelijke van-voor-naar-achter lezen bij het traditionele boek of de gedrukte tekst.

Het zal waarschijnlijk nog even duren eer nieuwe elektronische tekstsoorten hun plaats veroveren in onze literatuurlessen. Die tijd is nodig om een zekere traditie in deze tekstsoorten tot stand te laten komen. Het internet is een relatief jong medium en tot nu toe zijn er nauwelijks voorbeelden van (literaire) elektronische tekstsoorten bekend die in het literatuuronderwijs aan bod zouden kunnen komen, laat staan van tradities in die zin. Waarschijnlijk is die traditie pas aan de orde als een volgende generatie leraren (in opleiding) en leerlingen eraan komt.

Vorige pagina
Copyright © 2002-2010 Team llb243