De Middeleeuwen [hoofdstuk 1]

De naam Middeleeuwen is door geleerden uit de zeventiende eeuw bedacht. Die geleerden waren van mening dat de beschaving in de Oudheid, ten tijde van de Grieken en Romeinen, haar top had bereikt. Pas in hun tijd, sinds de Renaissance, rond 1500, was de beschaving, dankzij het opnieuw ontdekken van de antieke cultuur, weer tot grote hoogte geklommen. Tussen die twee toppen, 500 en 1500, lag volgens de geleerden een diep dal, een duistere periode van verval, onwetendheid en barbaarsheid. Een duistere middentijd: de Middeleeuwen.

Ook in de Middeleeuwen rolde het geld al

Gelukkig is die negatieve visie verleden tijd - al klinkt er nog iets van door in bijvoorbeeld de uitdrukking middeleeuwse toestanden. Toch heeft onze maatschappij heel wat aan de Middeleeuwen te danken. Onze staatsvorm bijvoorbeeld, de parlementaire democratie, heeft haar wortels in de Middeleeuwen. En ons economisch stelsel zou niet kunnen functioneren zonder de tussenkomst van banken - een middeleeuwse uitvinding. Verder woont een groot deel van de bevolking van Europa in steden; deze verstedelijking is in de Middeleeuwen begonnen.

Ook op technologisch gebied zijn er in de Middeleeuwen grote stappen gezet: de windmolen, het mechanisch uurwerk en de bril zijn in de dertiende eeuw uitgevonden. En dat wij tot slot een taal schrijven die we allemaal begrijpen, is ook voor een groot deel aan onze voorvaders te danken. In de Middeleeuwen maakte de mondelinge cultuur namelijk plaats voor een schriftcultuur zoals wij die nu kennen.

1.2 Taal

In de Middeleeuwen sprak men nog geen Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN). Sterker nog, er was helemaal geen eenheidstaal. Elke schrijver schreef in zijn eigen dialect: Vlaams, Brabants, Hollands, etc. Voor al die verschillende dialecten die in de Nederlanden werden gesproken, gebruikten de middeleeuwers de term Diets (van diet = volk). Later hebben wetenschappers voor dat Diets de benaming Middelnederlands bedacht. De oudste literaire tekst (ca. 1100) die we hebben, is geschreven door een monnik. Mogelijk zelfs een verliefde monnik. In de kantlijn van een religieus boek schreef hij om z'n pen te proberen het zinnetje:

Hebban olla vogala nestas hagunnan... Een Westvlaamse monnik schrijft een regel uit een liefdesliedje op om zijn pen te proberen
Hebban olla vogala nestas hagunnan... Een Westvlaamse monnik schrijft een regel uit een liefdesliedje op om zijn pen te proberen
Hebban olla vogala nestas hagunnen
hinase hic anda thu wat unbidan we nu?
(Hebben alle vogels nesten begonnen
behalve ik en jij, wat wachten wij nu?)

1.3 De ridderroman

Vandaag de dag zijn er tal van literaire genres: detectives, thrillers, liefdesverhalen, sience fiction etc. In de Middeleeuwen was dat niet anders. Een verhaalsoort die vanaf de twaalfde eeuw erg populair wordt bij de adel is de ridderroman. In zo'n tekst beleven ridders allerlei spannende avonturen. De ridderroman is ontstaan in Frankrijk. Het woord roman, dat oorspronkelijk verhaal in het Romaans (= Frans) betekende, herinnert nog aan deze oorsprong.

In de oudste ridderromans staan Karel de Grote en zijn ridders centraal. In die teksten, die ook wel Frankische romans, Karelromans of voorhoofse romans worden genoemd, verrichten Karel en zijn vazallen de ene heldendaad na de andere. Ander kenmerk is dat het er niet bepaald zachtzinnig aan toe gaat: het wapengekletter vliegt je om de oren en veelvuldig worden hoofden doorkliefd en ledematen afgehakt. Ook de vrouw heeft bij Karel de Grote niet veel te vertellen.

In de dertiende eeuw komt de hoofse ridderroman op. In deze Keltische, Britse of Arturromans, draait alles om koning Artur en zijn ridders van de Ronde Tafel. En net als zijn collega Karel, is Artur een superkoning. En ook zijn ridders zijn dapper en gaan een gevecht niet uit de weg. In tegenstelling tot Karels volgelingen, zijn Arturs ridders ideale schoonzoons; ze wassen hun handen voor het eten, zitten niet om een praatje verlegen en zijn altijd bereid een jonkvrouw in nood te helpen.

De belangrijkste bezigheid van ridders: vechten
De belangrijkste bezigheid van ridders: vechten

Wie de beste koning is, Karel of Artur, is zo een-twee-drie niet uit te maken. Wel is duidelijk dat Artur meer dan Karel tot in onze tijd zijn invloed laat gelden. Jaarlijks nog verschijnen er boeken over hem en zijn ridders en ook als acteur heeft Artur al lang en breed zijn debuut gemaakt.

Terzijde: Strijders te paard

Ridders waren strijders te paard, die hun glorietijd hadden van de elfde tot de vijftiende eeuw. In oorlogstijd vormden ze de kern van het leger, in vredestijd hielpen ze mee om de orde te handhaven. Tijdens de Middeleeuwen steeg hun aanzien en rijkdom, zodat ze deel uit gingen maken van de bovenlaag van de samenleving. Middeleeuwse ridders volgden een aantal idealen: dapperheid (moed, kracht en vaardigheid), trouw, vroomheid en hoffelijkheid. De ridders van koning Artur zijn prima voorbeelden van ridders die volgens deze idealen leven.

Je kunt nu de opdrachten van hoofdstuk 1 maken.

Vorige pagina
Volgende pagina Copyright © 2002-2010 Team llb243