Literaire cultuur [hoofdstuk 3] |
|
Het luisteren naar een verhaal was een aangename tijdpassering, maar tevens van belang voor de denk- en levenswijze van de adel. De ridderverhalen weerspiegelden de opvattingen van de adel, ze leverden voorbeelden van dappere heldendaden en vertelden hoe je je als adellijke dame of heer diende te gedragen. |
Het is een hardnekkig misverstand te denken dat de ridderromans wel voorgelezen moesten worden omdat de adel zelf niet kon lezen. Er waren adellijke analfabeten, maar heel wat edelen waren geschoold en konden in de volkstaal lezen en schrijven. Dat ze in de Middeleeuwen toch als illitteratus (ongeletterde) werden aangeduid, komt omdat ze het Latijn niet machtig waren. En het Latijn was de taal van de wetenschap en de geestelijkheid. Geleerden en monniken werden dan ook als litteratus (geletterde) bestempeld. Bovendien was het luisteren naar een voordrachtkunstenaar voor de adel een vorm van cultuur, net zoals wij tegenwoordig een avondje uit gaan naar bijvoorbeeld een theatervoorstelling. |
Een middeleeuwse voordracht in de Haagse ridderzaal |
Je kunt nu de opdrachten van hoofdstuk 3 maken. |
Volgende pagina | Copyright © 2002-2010 Team llb243 | ||