Artur in Brittannië [hoofdstuk 4] |
|
Na de verovering van Ierland en IJsland heerst er twaalf jaar vrede. De roem van de jonge vorst verspreidt zich over de hele wereld; zijn hof wordt voor heel Europa het voorbeeld van ridderlijkheid en hoofsheid. |
Arturs groeiend prestige wekt echter ongenoegen, waardoor hij gedwongen wordt opnieuw oorlog te voeren: hij verovert Noorwegen, Denemarken en weet zelfs heel Gallië (Frankrijk) te onderwerpen. Machtiger dan ooit houdt hij op Pinksteren een schitterend hoffeest in de Stad der Legioenen. Wanneer de Romeinse keizer belasting komt opeisen, vertrouwt de Britse koning zijn rijk toe aan zijn neef Mordred. Artur vertrekt met zijn leger naar Gallië waar hij de Romeinen verplettert. Hij maakt zich op om Rome te veroveren, maar dan bereikt hem het bericht dat Mordred de hem toevertrouwde kroon op zijn eigen hoofd heeft gezet en nu samenleeft met Guinevere, die Artur ontrouw is geworden. Terug in Brittannië verslaat Artur in drie veldslagen zijn verraderlijke neef. Na Mordeds eerste nederlaag vlucht Guinevere naar een klooster, waar zij non wordt. In de laatste slag wordt Mordred gedood, evenals veel van Arturs ridders. Maar ook Artur is dodelijk gewond; hij wordt naar het eiland Avalon gebracht om er van zijn wonden te genezen. Hij draagt zijn kroon over aan zijn neef Constatijn in het jaar 542. |
In de Historia regum Britanniae van Geoffrey van Monmouth overwint Artur de reus van Mont Saint-Michel |
Deze 'biografie' van Artur is indrukwekkend. Op zijn vijftiende is hij al koning, zijn hof is het meest prestigieuze van Europa en Artur is er zowat in geslaagd Rome te veroveren. Misschien bevat de biografie, die is geschreven door Geoffrey van Monmouth, iets te veel sterke staaltjes en ga je je afvragen of het allemaal wel klopt. Die vraag is in het verleden inderdaad gesteld. Heeft koning Artur echt bestaan en is zijn leven echt zo indrukwekkend als Van Monmouth ons wil doen geloven? Wat voor historische feiten zijn er over het leven van the once and future king? |
Bowden Hill waar volgens historici de slag bij Badon zich afspeelde |
In elk geval liggen die niet voor het oprapen. In een Welsh gedicht van omstreeks 600, de Gododdin, wordt Artur opgevoerd als een beroemd legeraanvoerder uit het verleden. Ook de geschiedschrijver Nennius vermeldt in zijn Historia Brittonum (Geschiedenis van de Britten) uit 800 dat Artur een legeraanvoerder was die samen met de Britse koningen vocht tegen de Saksen, Picten en Scotten. En ook hier is hij succesvol; Nennius beschrijft twaalf overwinningen van Artur, waaronder de slag van Badon (516). In de slag bij Badon zou Artur in één aanval 960 vijanden hebben gedood. Uit deze bronnen kun je opmaken dat er in de eerste helft van de zesde eeuw een Britse legeraanvoerder was die Artur heette, die enkele spectaculaire overwinningen op de Saksen behaalde. Uit het verhaal van de 960 vijanden die Artur op een dag hoogst persoonlijk verslaat, kun je ook concluderen dat er toen al legendevorming rond Artur was. Ruim 300 jaar nadat Nennius zijn kroniek schreef, is het de beurt aan Geoffrey van Monmouth. Deze priester uit Wales schrijft in 1136 zijn Historia regum Britanniae (Geschiedenis van de koningen van Brittannië). En Van Monmouth maakt het bont; hij presenteert zijn werk als een op waarheid berustende geschiedenis van Brittannië, terwijl het vol leugens staat. Zo worden er 111 koningen opgenoemd die helemaal niet hebben bestaan (stel je voor dat je in een geschiedenisboek over het Nederlandse koningshuis een hoofdstuk zou aantreffen over Beatrix II of Willem-Alexander IV). In de Geschiedenis van de koningen van Brittannië is Artur een centrale figuur; een kwart van de kroniek is gevuld met verzonnen verhalen over deze koning. Ondanks dat er historisch weinig van klopt, is het werk van Van Monmouth wel belangrijk geweest voor de populariteit van Artur; het boek is namelijk het eerste werk waarin uitgebreid verteld wordt over koning Artur. |
Een pagina uit de kroniek Historia regum Britanniae |
Het werk van Van Monmouth, geschreven in het Latijn, is meerdere keren vertaald in het Frans, onder andere door de Normandische dichter Wace. In zijn Roman de Brut (1155) baseerde Wace zich niet alleen op de kroniek van Van Monmouth, maar liet zich ook inspireren door mondelinge verhalen over Artur. Onder andere bericht Wace voor het eerst over de beroemde Ronde Tafel. Doordat Wace zijn Roman de Brut schreef in de volkstaal in plaats van in het Latijn (de taal van de wetenschap), kon ook de adel kennis nemen van de avonturen van Artur en zijn ridders. Vanaf dat moment gaat een golf van Arturverhalen over Europa. |
Je kunt nu de opdrachten van hoofdstuk 4 maken. |
Volgende pagina | Copyright © 2002-2010 Team llb243 | ||